Als je het begrip organisatie opzoekt op Wikipedia dan krijg je de volgende definitie:
Een organisatie is een doelgerichte samenbundeling van kennis, vaardigheden en kracht tussen drie of meer personen die primair middelen en activiteiten aanwendt om te voorzien in de behoefte aan producten en/of diensten in haar omgeving. Het is opgebouwd uit de complementaire begrippen taakverdeling en coördinatie.
Een vrij zakelijke omschrijving maar wel eentje die, als je naar organisaties vandaag de dag kijkt, aardig klopt. Wat me opvalt is dat de begrippen inspiratie, passie of bezieling er in het geheel niet in voorkomen, of dit zou bedoelt moeten worden met het begrip ‘kracht’.
Als je deze definitie als basis van een organisatie ziet is het een vrij zakelijke verzameling van kennis, vaardigheden en kracht. Ik denk dat het ontbreken van zaken als inspiratie, passie en bezieling het geheel tot een vrij levenloos geheel maken. Als een lichaam zonder ziel.
Hoe meer ik over Organisatie en Inspiratie nadenk, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat juist inspiratie de levensgevende kracht is die ervoor zorgt dat het geheel gezond kan blijven groeien, maar vooral zorgt dat de organisatie een plek is waar energie en creativiteit de ruimte krijgen. Ruimte voor menselijke groei en ontwikkeling, waarbij het collectief uitstijgt boven de som der individuen. Vaak zie je dat de inspiratie en creativiteit in het begin van het ontstaan van de organisatie de hoofdmoot vormt. De oprichter(s) en initiatiefnemer(s) worden vaak gedreven door de droom van een nieuwe dienst of een nieuw product, iets waar grootse dingen mee bereikt kunnen gaan worden. Werken is fun, ontdekken, ondernemen, risico’s nemen en iets waar je liefst de hele dag mee bezig bent. De klok bestaat niet en grenzen zijn er niet.
Met de groei van de organisatie komt echter de behoefte aan meer structuur en komen er regels èn controlemechanismen om erop toe te zien dat de regels ook gevolgd worden. Om de groei mogelijk te maken, wordt er vaak extern kapitaal aangetrokken en daarmee komt de sturing voor een belangrijk deel bij externen te liggen die vooral (of alleen) geïnteresseerd zijn in financieel rendement. Natuurlijk is dit niet per definitie slecht, het geeft immers meer mogelijkheden om te groeien, maar het heeft wel vaak grote gevolgen voor de richting waarin de organisatie gestuurd wordt. De bezieling, de ideologische ambities van het begin, maken plaats voor de harde realiteit van de ROI en dat vaak ook nog op korte termijn.
Recentelijk sprak ik een bevriende relatie die me dit weer eens akelig duidelijk maakte. Zes jaar geleden zijn ze met een aantal vrienden een bedrijf gestart met een prachtige nieuwe technologie. Ze droomden ervan een significante bijdrage te kunnen leveren aan het efficiënter maken van de gezondheidszorg. Om de groei te faciliteren zijn ze een aantal jaar geleden in zee gegaan met een groep investeerders en nu vertelde hij me dat hij gedesillusioneerd uitgestapt is omdat het alleen nog maar over geld verdienen gaat. Alles ten dienste van de winstmaximalisatie. Op mijn vraag of het ook anders had gekund, gaf hij aan dat dat zeker mogelijk was en nog is. Het lonken van het grote geld heeft echter ook een wig gedreven tussen de vrienden van weleer en zijn droom is vooralsnog in rook opgegaan. Heel erg spijtig want ik ken hem als een gepassioneerde en zeer gedreven persoonlijkheid.
Organisaties gebaseerd op collectieve inspiratie. Minder organiseren en meer ruimte geven aan mensen om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Voor organisatie fetisjisten lijkt dit een illusie. Toch geloof ik er heilig in dat dit de toekomst is van de moderne organisaties. Misschien moeten we het wel ‘inspiraties’ noemen, groepen mensen die met elkaar inspiratie en liefde voor het vak delen, in plaats van een plek in het organigram. De roep om dit soort samenwerkingen is groot en gelukkig zijn er ook steeds meer ‘organisaties’ die hiermee durven te experimenteren. Goede voorbeelden van grote succesvolle organisaties die op deze manier werken, maken nieuwsgierig. Ik merk ook dat hier steeds meer vraag naar is en zet me graag in om hier met bedrijven mee aan de slag te gaan.
Misschien moet ik mezelf wel Inspiratie Adviseur gaan noemen ;-).
“Spijker op z’n kop!”
En zo is het…..
Mooi stuk, Coen. Advocaten verdienen goed aan bedrijven die uit vriendschappen zijn geboren.
Ken je Ricardo Semler? Inspirerende man. http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2013/januari/Ricardo-Semler.html
Hoi Wichard. Natuurlijk ken ik Ricardo Semmler. Grote inspiratiebron voor mij en idd mooi voorbeeld van een organisatie waar inspiratie, verantwoordelijkheid en liefde de drijfveren vormen.